Afbeelding
Christiaan Schutte.

Helleman: ‘Als we niet in de binnenstad blijven kopen wonen we straks in een dorp’

· leestijd 4 minuten Ondernemen in Kampen

KAMPEN - De Ondernemersvereniging Kampen (OVK) is niet meer. Voor voorzitter Fre Helleman eindigt daarmee een periode in zijn leven. Wie denkt dat hij in weemoed omkijkt heeft het echter mis. “Ik heb mijn verantwoordelijkheden met veel genoegen overgedragen. Sommigen denken dat ik verkleefd ben aan mijn functie. Dat is niet zo.”

Helleman zegt het in de wetenschap dat de nieuwe Binnenstad Ondernemers Kampen (BOK) een uitstekende opvolger is van de OVK. Dat gegeven en het het feit dat hij kan terugkijken op heel mooie jaren met de OVK zet de toon in een interview voor Ondernemen in Kampen. “Ik heb het werk voor de OVK altijd met erg veel plezier gedaan. Het afgelopen jaar merkte ik alleen wel dat al dat online vergaderen niets voor mij is. Ik ontmoet mensen liever in het echt.”

‘Ik heb mijn werk voor de OVK met erg veel plezier gedaan. Het afgelopen jaar merkte ik alleen wel dat al dat online vergaderen niets voor mij is.’

De meetingen vanachter de computer zijn een van de gevolgen van het achterliggende Coronajaar. Het meest bizarre jaar dat Helleman bij de OVK meemaakte. Volgens de Kampenaar heeft menig ondernemer het nog zwaarder dan algemeen wordt aangenomen. “Vaak denken we in dit verband aan de horeca. Die heeft het inderdaad heel zwaar. Gelukkig hebben veel restaurants en cafés wel een heel goede zomer gehad met veel vakantiegangers in eigen land. Hopelijk gaat dit ook nu weer gebeuren. Maar ook bijvoorbeeld kledingzaken maken een heel moeilijke tijd door. In tegenstelling tot de horeca moeten zij veel op voorraad hebben. Stel je voor dat je een wintercollectie hebt ingekocht en vervolgens ben je de wintermaanden dicht. Dan heb je wel een probleem. Natuurlijk kan je online gaan verkopen. Daar moet je dan wel op zijn ingericht om vervolgens nog maar de omzet te halen.”

Coulant met huurprijs
Helleman ziet zeker ook positieve dingen. De veerkracht en creativiteit van ondernemers hebben ook hem verrast. Wat ook meehelpt, is dat veel pandeigenaren ook wel inzien dat het tevens in hun eigen belang is als ze coulant omgaan met de huurprijs. Helleman: “Je kunt wel strikt vasthouden aan je huurprijs, maar als een ondernemer het echt niet meer kan opbrengen is het gevolg dat de zaak stopt en het pand leeg komt te staan. Met een toename van het aantal leegstaande panden kunnen ondernemers bovendien zeggen ‘ik ga wel naar een ander’.

Leegstand is helaas wel een terugkerend thema. Voor Corona hadden we de crisisjaren 2008 tot 2013 waarin in heel Nederland de leegstand een vlucht nam. Een structurele tendens is bovendien dat het aantal kleinschalige bedrijven de laatste decennia is gereduceerd. Helleman: “Ik heb nog meegemaakt dat er twintig slagers waren. Momenteel zijn er daar drie van overgebleven. Dat staat dus gelijk aan zeventien leegstaande panden.” Gebouwen die lang niet meer altijd worden opgevuld. De harde realiteit volgens Helleman is dat de detailhandel in Nederland te groot is als je die afzet tegen de vraag. Het zal in de toekomst vaker voorkomen dat een winkelpand een andere bestemming zal moeten krijgen.

‘Ik heb nog meegemaakt dat er twintig slagers waren. Momenteel zijn er daar drie van overgebleven.’

Voor een deel ligt de sleutel in handen van de consument. Mega-supermarkten zoals in Hellemans favoriete vakantieland Frankrijk waar je zo ongeveer alles kunt kopen kennen we in Nederland nog niet, maar ver zijn we er volgens hem niet van verwijderd. Ook winkelcentra buiten de binnensteden zoals in Kampen het Melmerpark kunnen een serieuze bedreiging vormen voor het stadshart stel Helleman. “Wij zijn daar richting de politiek altijd heel kritisch op geweest”, blikt Helleman terug. De consument drukt hij op het hart om vooral in de binnenstad te blijven kopen. “Doen we dat niet, dan wonen we straks niet meer in een stad maar in een dorp.”

Een mooi dorp, dat dan weer wel. Qua ‘gastvrije binnenstad’, ’sfeer’ en ‘beleving’ heeft Kampen heel sterke troeven in handen. Helleman vindt dat eveneens een verdienste van de gemeente Kampen. “Over het algemeen ligt de stad er schoon en netjes bij. Ook wordt er in de optiek van Helleman goed gezorgd voor de vele Rijksmonumenten die de stad rijk is. Dat Kampen dit erfgoed heeft weten te behouden, is volgens hem mede de verdienste van de toenmalige burgemeester Sybren van Tuinen die in de jaren ’70 veel heeft gedaan om monumenten te behouden. Helleman noemt deze burgervader de beste van na de oorlog. Het type regent dat niet altijd tegenspraak duldde maar die wel de juiste man op de juiste plek was. 

Anekdote
Denkend aan de man schiet Helleman een leuke anekdote te binnen. Helleman: “Ik was denk ik een jaar of 25 toen wij als ondernemers een wielerronde in de binnenstad wilden. De politie en brandweer zagen het totaal niet zitten, want stel dat er in het nauwe centrum wat mis zou gaan of er ongeregeldheden zouden ontstaan. Van Tuinen had daar geen boodschap aan. Hij had in Italië wielerrondes meegemaakt, er enorm van genoten en gezien hoe de politie zelf enthousiast toeschouwer was. We mochten onze gang gaan, maar hij zei daar nadrukkelijk bij: ‘U gaat er voor zorgen dat de politie alleen maar hoeft te kijken’.”

In de jaren die volgden werden er tal van activiteiten en festiviteiten gehouden door ondernemers. De bekendste daarvan, de Kamper Ui(t)dagen, was voor Helleman steevast een hoogtepunt. Zonder in nostalgie te zwelgen was een aantal dingen vroeger toch beter. Helleman: “Een beetje artiest vraagt vandaag de dag de dag 10.000 euro, komt met de gekste eisen en vertrekt met een half uur. Heel anders dan de aimabele Vader Abraham (Pierre Kartner, red.). Die kwam destijds voor 1.500 euro en bleef twee keer zo lang.

Behalve de evenementen waren er ook de belangen van de ondernemers waarvoor soms een robbertje gevochten moest worden. Trots is Helleman op het feit dat de OVK zich met succes sterk maakte voor de 360 parkeerplaatsen op het terrein van de Buitenwacht. De organisatie weigerde zich neer te leggen bij het schrappen van plekken op deze locatie.

Speerpunten
Het parkeren vormt samen met het overeind houden van een goed winkelbestand in een gastvrije stad een van de speerpunten waar de BOK mee verder mag. Helleman onthoudt zich van het geven van adviezen. “Ik heb alle vertrouwen in de BOK en ook in Kampen Marketing”, aldus Helleman die vindt dat het spreiden van taken een goede zaak is. De OVK had volgens de Kampenaar soms wel er veel zaken op haar bordje. “Daardoor was het soms lastig om voor langere tijd bestuursleden te binden. Nu is het beter.”