Deze column is geschreven door wethouder Jan Peter van der Sluis.
Deze column is geschreven door wethouder Jan Peter van der Sluis. Gemeente Kampen.

Column wethouder Jan Peter van der Sluis: Ik heb er recht op

· leestijd 2 minuten Politiek

“U bent toch wethouder voor de zorg?”. De man voor mij bij de kassa keek mij doordringend aan. Grijs haar, heldere blauwe ogen en waarschijnlijk gepensioneerd. Ik begreep dat mijn vermomming met korte broek en t-shirt onvoldoende was en antwoordde bevestigend. Terwijl hij zijn boodschappen in een tas aan het laden was, zei hij zonder nauwelijks op te kijken; “Uw laatste column was wat voorbarig want de storm van Corona was nog lang niet voorbij”. 

“Nee dat klopt”, antwoordde ik en haalde de schouders op, “Ik had mijn column twee weken voor de versoepelingen aangeleverd en toen ging het weer mis”. “Weet u wat het is” zei hij, “we zijn niet zo goed en plichtsgetrouw als we denken. We hebben het over het recht om niet gevaccineerd te worden maar we vergeten de consequenties en verplichtingen te benoemen. Het lukt ons niet eens om de afstand te bewaren of en mondkapje te dragen. Nergens was er zo veel discussie over mondkapjes als in Nederland. We weten het weer beter”. 

Het zat hem blijkbaar hoog. “Het recht op lichamelijke integriteit is een sterk recht en daar past een vaccinatieplicht, zonder uitdrukkelijke wettelijke bepaling, niet goed bij” antwoordde ik, zonder echt de verwachting te hebben de man te overtuigen. “En mijn recht dan?” antwoordde hij. “Het recht om zonder de angst voor besmetting mij te begeven op straat, naar de winkel te gaan of op een terras te zitten. We willen ons wel laten testen maar alleen voor onze eigen vakantie. Daar heb je het toch?”. 

Ondertussen was hij nog steeds bezig zijn boodschappen in te pakken en tussendoor keek hij mij schuin aan. “Of denkt u dat de mensen die niet gevaccineerd willen worden bij de ingang van de IC hun plaats afstaan aan mensen die wel uit de pandemie willen komen?”. Blijkbaar was dit een retorische vraag want hij gaf zelf al het antwoord. “Ik denk het niet, want dan hebben ze recht op gezondheidzorg”. Hij moest er zelf wel om lachen. De caissière luisterde geamuseerd mee en noemde het bedrag dat hij moest betalen. Terwijl hij zijn portemonnee pakte zei hij: “We zijn het verleerd om te geven en we willen alleen maar nemen. De verzorgingsstaat en de rechtstaat is als vangnet en ter bescherming bedoeld maar mensen denken alleen maar ergens recht op te hebben. Als er verplichtingen bij komen dan geven we niet thuis”. 

Ik zag mijn kans schoon. “Dat doet onrecht aan de honderden vrijwilligers en mantelzorgers die we in Kampen hebben. Die klaar staan voor anderen. Ik denk dat contact, het verdiepen in elkaars standpunten en het verantwoordelijkheid nemen belangrijk is. De mensen die ergens niet mee te maken hebben of ergens ver vanaf staan hebben vaak de meest negatieve opvattingen. Van afstand en op de bank is het makkelijk schieten via sociale media, maar als het een vriend of buur is dan wordt het anders.”, zei ik. “En we moeten dit jaar in kaart brengen wat je van elkaar mag verwachten, van de verenigingen en van de overheid. We hebben deze verantwoordelijkheid als inwoners van deze stad”. Hij keek me recht aan. “Dus u hebt vertrouwen in het goede van de mens?”. 

“Ik weiger anders te geloven”, antwoordde ik. “Ach, we komen allebei uit Brunnepe” zei hij, “dus we zeggen wat we denken, dat mag toch?”. Blijkbaar kenden we elkaar maar mijn geheugen liet me in de steek. “Dat is ook een grondrecht en overigens ook niet onbeperkt maar wel een groot goed” zei ik. “Ik wens u sterkte” zei hij en wilde een hand uitsteken maar bedacht zich en het resulteerde in een boks. We moesten hier beiden om lachen. Hij draaide zich om en liep rechtop de deur uit. Buiten zag ik hem op de fiets stappen. Eén hand aan het stuur en de andere hand hield de shopper op zijn bagagedrager vast. Al zwalkend reed hij de weg op. Ik hoop dat andere verkeersdeelnemers rekening houden met zijn fietsgedrag. Heeft hij recht op.

Nick de Vries