Lucas Bakker en biker Paul Fakkert.
Lucas Bakker en biker Paul Fakkert. Foto: Ewald Pikkert van EVP Fotografie.

‘Je doet het voor de glimlach van een kind’

· leestijd 1 minuut Algemeen

Zaterdag 2 juli. Stralend mooi weer. Hier hebben ze naar uitgekeken. De Mooiste Dag. Na twee jaar corona mag het weer. Al jaren komen de motorrijders van heinde en verre om de gehandicapte medemens in onze gemeente namens de Stichting Live Life een bijzondere dag te bezorgen. Vandaag is de jubileumeditie. Live Life bestaat 25 jaar. Ooit ontstaan vanuit een wild idee, brainstormend in de kroeg; inmiddels een niet meer weg te denken uitje.

De motorrijders doen het voor jongens zoals Lucas. ‘Lucas vindt alles wat lawaai maakt mooi’, zegt zijn moeder Jolanda Bakker ’s middags zichtbaar opgetogen. Haar zeventienjarige zoon praat niet, maar kan als de beste een langsrijdende motor nadoen. Hij demonstreert dat met regelmaat. ‘Met een motor meerijden, vindt hij geweldig’, zegt ze. ‘En ik ook, hoor.’ Het laatste komt er fluisterend uit, bijna alsof het iets is waar je je voor moet schamen. Straks gaan ze genieten. Maar dat is later. Zo ver is het om half tien nog niet. Nu is het tijd voor de vrijwilligers.

Vrijwilligers
Je kunt er niet omheen: op het terrein van Broshuis Kampen staat een immense witte tent; het ‘hoofdkwartier’ van deze jubileumeditie. Buiten staat een draaimolen, er is een trailer, omgebouwd tot podium waar de hekkensluiter van vandaag, No Brakes’, al wordt aangekondigd middels grote vlaggen, en er is - natuurlijk - een snackmobiel. ‘Daar zal het, rond vier uur, als we klaar zijn met rijden, een drukte van belang zijn’, hoor ik van verschillende vrijwilligers. Zij kennen hun pappenheimers. Karel Wandelee, die destijds het idee voor De Mooiste Dag bedacht, was ooit nog voornemens ‘gezonde voeding’ te laten serveren, maar kreeg al snel te horen dat je ‘ze geen groter plezier doet dan ze frikandellen en patat voor te schotelen’. Later hoor ik ook van begeleiders van Philadelphia dat het maar goed is dat er zoveel begeleiders bij zijn om de hongerige meute in het gareel te houden. ‘Er zijn er die gaan helemaal los, die kunnen blijven eten, soms tot misselijkheid aan toe…’ Wees gerust: ik zag de gehele dag geen spugende medemensen. Wel hossende, zingende, lachende, vrolijke mensen.

Maar op deze vroege ochtend zijn het de vrijwilligers die binnendruppelen voor de ochtendbriefing. Ook zijn de vroege ‘bikers’ al gearriveerd. ‘Sommigen niet eens vanuit de nabije regio’, zo laten verbaasde vrijwilligers horen. Daarnaast benoemt de een na de ander het mooie weer. ‘We treffen het’, klinkt het her en der. Maar is het, op een enkel buitje na, niet altijd mooi weer op De Mooiste Dag? Zoiets dacht ik eerder uit de mond van Janet Brummel, één van de trouwe deelnemers, te hebben opgetekend. Maaike Meuleman, vrijwilliger van het eerste uur glimlacht. ‘Oh nee, het is wel eens met bakken uit de lucht gekomen!’ En ze vertelt hoe ze toen, volledig doorweekt, tussentijds eerst naar huis besloot te gaan om weer iets droogs aan te trekken, en daar lang heeft moeten worstelen om haar jeans uit te krijgen. ‘Dus nee, het is lang niet altijd mooi weer.’ Ze herinnert zich van die keer ook nog het nauwe contact met de politie. ‘Er was onweer, dus er was zelfs nog even sprake van dat we de toertocht moesten afblazen omdat het te gevaarlijk zou zijn.’ Vandaag niets van dat alles. Het is stralend mooi weer. Al kan dat weer voor andere problemen zorgen. Daarom wijst Paul Spannenburg, als altijd de cateraar van het event, op hetgeen breeduit op zijn kraam staat. ‘Earth Water’, zo vertelt hij de vrijwilligers die wellicht straks om extra vocht staan te springen.
Vlak voor de groepsfoto neemt scheidend voorzitter Diana Vinke nog even het woord. Ze stelt vrijwilligers voor. En de nieuwe voorzitter, Jacco Strieker (wiens vrouw verantwoordelijk is voor de inschrijvingen van deelnemers en motorrijders), want na vandaag stopt ze ermee. Dan is het ‘mooi’ geweest. Ze vertelt dat Stef Ekkel, altijd een vaste artiest op De Mooiste Dag, er vandaag niet bij zal zijn. Hij heeft verplichtingen elders; hij zingt in het buitenland de sterren van de hemel. Niet alleen speelt de planning - een zaterdag in plaats van doorsnee op de woensdag - de organisatie wellicht parten. Ook heerst er ziekte onder de artiesten én vrijwilligers; waardoor er voor beide categorieën ‘met stoom en kokend water’ nog vervangers moesten worden gezocht. Natuurlijk werden ze gevonden, want wie wil er nu niet De Mooiste Dag zelf beleven?! ‘Mike Appelhof komt zingen’, vertelt ze. ‘Dat is hetzelfde deuntje’, voegt ze er fijntjes aan toe. Ook zal Peter Veenstra als vervanger van het IJsselduo de Hollandse meezingers ten gehore brengen. Dat wordt ‘stemmen en inhaken!’. Ik ken geen Mike Appelhof of Peter Veenstra, maar moet dan ook bekennen dat ‘het Hollandse lied’ ook niet geheel mijn genre is. Stef Ekkel ken ik natuurlijk wel. Die heeft vandaag een feestje gemist, daar ben ik, nog voordat het ‘feest’ begint, al van overtuigd. ‘Als je dit eenmaal hebt meegemaakt, dan wil je er voortaan ieder jaar bij zijn’, zegt Nathasja Visser van Uniek4U en binnen Live Life verantwoordelijk voor de PR en communicatie. Ik geloof het graag. Maar niet van de Hollandse muziek, denk ik stiekem. Ik word later op de dag pas echt gelukkig, wanneer een motorrijder op zijn big shopper ‘Bad to the bone’ en ‘Born to be wild’ ten gehore brengt. Kijk, dat is pas muziek! Maar ik zal ook eerlijk zijn: daar waar ik de Hollandse meezing-en-dijenkletsende-muziek wel kende, betrapte ik me - later - erop stiekem toch mee te zingen…
‘Wil je ook achterop?’ vraagt Maaike. Ik aarzel. Ik voel me een beetje zoals Diana Vinke zich ook voelt: je krijgt mij met geen tien paarden op een motor. Al denk ik later, wanneer de big shopper van ‘Highway knight Herrie’ voorbij rijdt: ‘daar had ik wel op mee willen rijden’. Maar dat wist ik toen nog niet. ‘Je mag niet’, helpt Maaike mij uit de droom. ‘Je hebt een korte broek aan en dat is niet toegestaan.’ Probleem opgelost.

Lucas staat te springen
Wie wel supergraag wil meerijden is Lucas Bakker (17). Hij staat rond één uur letterlijk te dansen rondom Paul Fakkert, een grijs bebaarde biker uit Zwolle, die naar eigen zeggen dit al achttien jaar doet. ‘Ooit waren we met een clubje van een man of zes’, vertelt hij. Inmiddels is hij de enige van het clubje die zich nog steeds trouw aanmeldt. ‘Het is voor ons, als motorrijders, net zo leuk als voor die kinderen’, weet hij. ‘Je ziet ze genieten. Hun emotie is zo puur, zonder bijbedoelingen. Daar kunnen de ‘grote mensen’ nog een voorbeeld aan nemen.’ Zonder gekheid noemt hij een dag als ‘De Mooiste Dag’ ook voor zichzelf ‘iets verslavends’. Vandaag neemt hij Lucas en diens moeder Jolanda mee in de zijspan.
Lucas blijft zijn handen ineen slaan en heft ze beurtelings naar links en naar rechts; daarmee aangevend hoe blij hij is. ‘Lucas praat niet’, zegt zijn moeder. Toch kan hij als de beste een voorbij scheurende motor nadoen. Paul blijft lachen en met hem geinen, waardoor het enthousiasme van de jongen uit Swifterbant alleen maar groeit. Als Paul nog even een collega wil helpen, besluit Lucas hem op de voet te volgen. Zijn moeder maakt hem duidelijk dat hij even moet wachten. ‘Stiekem vind ik het zelf ook hartstikke leuk’, vertrouwt Jolanda mij toe. Ze gaat dan ook zeker met haar zoon in de zijspan zitten. ‘Ook omdat Lucas niet praat, vind ik het lastig voor anderen’, zegt ze. ‘Lucas praat wel met gebaren, maar je moet hem goed kennen om het te snappen.’ Ik zal ze later nog tegenkomen op de Oudestraat, tijdens de parade, waar een stralende Lucas en Jolanda door de verzamelde menigte worden toegezwaaid. Ook Paul geniet zichtbaar.

36.000 kilometer
Vlak voor het wegrijden tref ik ook Ton Smulders (‘Noem me maar Herrie’). Herrie is afgekeurd en heeft een big shopper, waarmee hij jaarlijks zeventig tot tachtig van dit soort Mooiste Dagen meemaakt. ‘Ik rijd eigenlijk alleen nog maar voor goede doelen’, zegt de man en geeft me zijn visitekaartje. Stichting Highway Knights, lees ik. ‘Heb je nog wel tijd voor gewone tochtjes?’ vraag ik hem. ‘Waarom?’ klinkt het met een lach. ‘Niet echt. Ik maak met deze tochten al 36 duizend kilometer per jaar…’ Terwijl hij zich afvraagt waar zijn twee bijrijders blijven, maakt hij zich zorgen over andere collega’s die niet zijn komen opdagen, waardoor er wellicht mensen teleurgesteld zullen worden. ‘Als je wilt mag je met mij meerijden’, klinkt het uitnodigend. Ik houd de boot nog even af. Tenslotte wil ik niemand een plekje op zijn motor onthouden. Bovendien heb ik mijn fiets, denk ik bijna hardop. Waarom hij dit doet, wil ik weten. ‘Voor de glimlach van een kind.’ Ik hoor Alberti het vervolg al zingen: ‘doet je beseffen dat je leeft…’
‘Kunnen jullie mij helpen?’ De noodkreet komt van een nabij staande biker. Op zijn grote tourmotor zit een omvangrijke olijke man, een oranje T-shirt van Live Life aan. Een deelnemer. Volledig in zijn nopjes én in zijn eigen wereld, de handen aan het stuur. Ik kom glimlachend naar hem toe en zeg: ‘Als je wilt dat jullie straks ook echt gaan rijden, dan moet je even naar achteren schuiven, zodat de motorrijder hier kan gaan zitten…’ Hij lacht me hartelijk toe, knikt en probeert overeind te komen en te verschuiven. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Samen met de biker til ik hem op, weet de man te verplaatsen en zie twee tevreden mannen mij aankijken. Misschien heb ik een roeping gemist, denk ik met een lach.

Enorm enthousiasme
De tocht over de Oudestraat bracht zoals altijd een hoop zwaaiende, filmende en fotograferende mensen op de been. Facebook ontplofte tijdens en na de parade. En al wat ik daarna blijf zien zijn de lachende gezichten van al die mensen die de dag van hun leven hebben gekregen.

Als ik om vier uur het terrein van Broshuis betreed, staat David Boelsma alweer bij de slagboom. Ik ken hem nog van het jubileum van Uniek4U, dus we groeten elkaar hartelijk. ‘Ik heb erg veel reacties op dat stukje gehad’, vertrouwt hij mij nog toe. ‘Maar nog steeds geen vriendin.’
De rij voor de catering is lang. Iedereen heeft trek gekregen na de rit door de omgeving. De Molenbroeders zingen dat het een lieve lust is, verleiden de opgetogen deelnemers tot dansjes en weten de sfeer er goed in te brengen. Nico van der Molen weet de mensen lekker op te zwepen. En als dan Mike Appelhof (wie? Dacht ik eerder nog) begint te zingen, weet ik weer precies wie deze jongen is. Hij deed ooit een Engelbert Humperdinck impressie, zittend op een strandstoel en heeft inmiddels zijn eigen hit ‘Zwemmen in Bacardi Lemon’. Ik betrap me erop het refrein uit volle borst mee te zingen; het moet niet gekker worden…
Ik zie Jolanda en Lucas bij de snackmobiel en besluit haar even te vragen of haar zoon (‘door het monotone geluid van de motor’) onderweg in slaap is gevallen, zoals ze voorspelde. Ze lacht. ‘Ja, dat is hij. En ik ook’, voegt ze er een beetje besmuikt aan toe. ‘Paul betrapte ons.’ Lucas gaat nu voor een patatje, maar ziet, terwijl ze wachten, ook al de draaimolen. ‘Daar gaan we straks in’, belooft zijn moeder. Hij danst van vreugde, en toont me trots de dolfijn die op zijn gezicht geschminkt is.
Overal om mij heen zie ik vrolijke, dansende, zingende (en etende) mensen. Het is stralend mooi weer. ‘De tocht ging ook dit jaar weer zonder problemen’, vertelt Nathasja als ik opmerk dat dat toch altijd maar weer de angst van ‘jullie, organisatoren, is, toch?’. Als ik Mike Appelhof hoor zingen ‘jij krijgt die lach niet van mijn gezicht’, weet ik weer waar deze dag om draait. Die lach. Die oprechte blijheid. Ik hoor het van iedereen. En vandaag heb ik het van dichtbij mogen meemaken. Het was een mooie dag. De Mooiste Dag.

Afbeelding

Nick de Vries