Archieffoto Eigenaren Jimmy Croymans en Marjan van Dijk.
Archieffoto Eigenaren Jimmy Croymans en Marjan van Dijk. Foto: Foto Tennekes

Jimmy Croymans over de Coronaklappen voor Kamper horeca: ‘We zijn weer terug tien jaar terug in de tijd’

· leestijd 1 minuut Ondernemen in Kampen

KAMPEN - Na twee jaar corona gloorde er voor de horeca in Kampen weer licht aan het einde van de tunnel. Leek het. Want de ‘uitdagingen’ zijn nog lang niet voorbij, leert een gesprek met Jimmy Croymans (34), medevennoot van Café ’t Ponton. Het blijven onzekere tijden. Sterker nog: ‘We zijn weer terug bij waar we tien jaar geleden waren’, vertelt hij. Noodgedwongen heeft hij (groei)plannen moeten aanpassen, en dat ‘voelt zuur’.

‘In het begin na corona mocht en kon alles weer. Het was ‘lang leve de lol’. Mensen gaven goed geld uit.’ Vrij snel daarna keerde het tij. Dit keer geen nieuwe lockdown, maar de oorlog in de Oekraïne. ‘Met als gevolg: stijgende energieprijzen, stijgende rentes, én koopkrachtdaling voor iedereen.’ Ineens was het bestedingspatroon van de consument niet veel anders dan van voor het coronatijdperk, vertelt Jimmy. ‘De opleving was van korte duur. Bovendien gaan de mensen weer massaal naar het buitenland.’

 Drama: personeel

Toch is er meer wat de horeca parten speelt. ‘Personeel is een drama. Ze zijn moeilijker te vinden, moeten beter betaald worden, maar ze hebben minder werkervaring. De laatste jaren was er nauwelijks nieuwe instroom, dus ook daar gaan we nog jaren last van houden.’ Tel daarbij op dat ook de minimumlonen flink zullen gaan stijgen en het drama lijkt compleet. ‘We gaan van lonen onder de tien euro naar een nieuw minimum van 14 euro per uur. Dan betaal je voor mensen die net van school komen en totaal geen werkervaring hebben, ineens veel meer.’ De alom stijgende prijzen en gebrek aan personeel maakt dat hij als horecaman zelf weer de werkvloer op moet om gaten in het rooster te dichten, of gewoon om de kosten te drukken. ‘Nu zijn wij gelukkig met twee partners volledig werkzaam in het eigen bedrijf, dus we kunnen wat makkelijker dingen opvangen, maar dat is niet overal het geval. Voor ons voelt het alsof we weer tien jaren teruggegaan zijn in de tijd, alsof je weer helemaal opnieuw moet beginnen.’
Dat terwijl hij al sinds 2011 hier ‘boert’. Dat voelt zuur. ‘De hele branche is veranderd, je moet het allemaal weer opnieuw ontdekken.’ Of hij daar zin in heeft? ‘Soms wel, soms niet. In eerste instantie zie ik mijzelf als ondernemer en niet als een horecaman, dus ik hou wel van een uitdaging, maar ik wil het wiel niet een tweede keer opnieuw uitvinden.’

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

De hele branche is veranderd, je moet het allemaal weer opnieuw ontdekken’

Kleinschalig is flexibel
‘Ik wil niet al te pessimistisch klinken; dat ben ik ook niet. Ik ben me wel gaan beseffen dat je, als je het kleinschaliger houdt, je het ook flexibel houdt. Door kleiner te ondernemen houd je ook het meeste over. Kortom: we moeten - veel meer dan voorheen - nadenken over hoe je iets vormgeeft en welke keuzes je maakt. Toen ik elf jaar geleden de boel hier overnam, had ik geen personeel nodig, deden we het met z’n tweeën. We hadden praktisch geen keuken, hoefden ons niet druk te maken over een diner- of lunchkaart. Hoe groter je wordt, hoe meer rekening je met van alles moet houden. Ook hadden we in Kampen destijds nauwelijks te maken met inbraken in cafés. Nu is het inbraak na inbraak. Zal wel te maken hebben met hoe de wereld nu is geworden…’

Is ondernemen nog steeds leuk? ‘Zeker, maar het is weer meer een uitdaging.’ Heeft hij nieuwe ideeën om de gunst van de klant te winnen? ‘Die heb ik altijd. Ik wil graag diverser zijn. Het traditionele bruine café is een aflopende zaak; dat is een landelijke trend. Mensen zijn veel meer op zoek naar het invullen van een hele dag in de horeca; ze willen de hele dag iets eten en drinken.’ Hij wilde al volop inspelen op deze trend, voor corona, en heeft die ambitie nog steeds. ‘Maar het zal nu, met alle nieuwe uitdagingen op ons pad, nog langer gaan duren.’
Wel weten volgens zijn zeggen de buitenlandse toeristen Kampen goed te vinden. ‘Daar moeten we nog meer op inspelen. Er komen steeds meer Oekraïners en Bulgaren… ja, die mensen geven ook geld uit, maar ze spreken geen woord Engels, of Nederlands, hooguit een beetje Duits. Zet dat af tegen personeel dat ongeschoold is of geen werkervaring heeft, en je snapt: we hebben weer een probleem. Toch moeten we er iets mee; erop inspelen. Dat betekent menukaarten nog internationaler maken…’
En de cruiseschepen? ‘Ik zie ze in steeds grotere getale langsvaren. De passagiers lopen veel op straat. Nadeel is dat ze alles aan boord hebben. Meestal hebben ze een all-in arrangement, dus ze zullen weinig uitgeven bij de plaatselijke horeca. Een kopje koffie met gebak; zit heus een leuke marge op, maar wat je echt wilt zijn terugkerende gasten. Mensen die elke week onze speciaalbiertjes komen drinken, die er een borrelplankje bij nemen…’

Nick de Vries