Een beeld van de derby tussen Wit-Blauw en KV DOS Kampen september vorig jaar. De return wordt niet gespeeld.
Een beeld van de derby tussen Wit-Blauw en KV DOS Kampen september vorig jaar. De return wordt niet gespeeld. Foto: Tennekes

Wit-Blauw en KV DOS Kampen richten zich op komend seizoen

· leestijd 1 minuut Sport

KAMPEN - Het zat er aan te komen. De korfballers van Wit-Blauw/Green Organics en KV DOS Kampen/Veltman spelen dit seizoen geen competitie meer. Wit-Blauw-trainer Pascal Zegwaard en trainer Michaël Jongman van KV DOS spreken van een logisch besluit.

“Nee, dit komt niet als een verrassing”, zegt Pascal Zegwaard van Wit-Blauw. “Het zat er een beetje aan te komen. Het was wachten op een definitief besluit. We wisten dat het lastig zou worden om alles op tijd af te ronden. Je hebt wel tijd nodig om op te trainen.” Toch hield Zegwaard rekening met het scenario dat de competitie toch nog zou worden opgepakt. “We zijn eerder naar buiten gegaan om te trainen”, aldus Zegwaard, die bij trainingen rekening moet houden met de regel dat 27-plussers niet met de groep mee mogen trainen.

“Daardoor haakt een deel van de groep af. Deze spelers staan buitenspel. Zij mogen geen partijvormen doen. Voor de groep is dat niet leuk. En voor stelletjes is het heel vreemd. De een mag wel meespelen, de ander niet, en vervolgens gaan ze wel weer samen naar huis. Dit is niet uit te leggen.”

Inmiddels staat het vizier gericht op komend seizoen. “Het doel is om weer competitie te spelen. Daar gaan we naar toewerken. Maar het is even afwachten wanneer we als groep weer wat mogen doen. Dan kun je weer opbouwen. Het is te hopen dat de ‘oudjes’ snel kunnen aansluiten. Dan kunnen we gericht trainen op weg naar volgend seizoen.”

Michaël Jongman van KV DOS Kampen noemt het besluit van het KNKV een logische beslissing. Hij heeft nooit de hoop gehad dat de competitie nog kon worden hervat. “Dat heb ik al eerder gezegd. Nee, dit is niet leuk. Je werkt nergens naar toe. Er is geen doel. Dat motiveert niet. Je merkt dat de spelers er last van hebben.”

Gerard Meijeringh