Links de schrijver van dit stuk Robert van der Belt, rechts Jan Terlouw.
Links de schrijver van dit stuk Robert van der Belt, rechts Jan Terlouw. Foto: Aangeleverd.

Een wereld van verschil deel 2

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Robert van der Belt)

Voor de artikelen die ik schrijf in De Brug over de geschiedenis van de voormalige gemeente Groot-IJsselmuiden en de kernen blijf ik meestal in de buurt. Maar vandaag rijd ik een kilometer of 70 vanaf Emmeloord in de richting van Twello. 

Vandaag heb ik de eer om in gesprek te gaan met Jan Terlouw. Een man met een hele staat van dienst, maar vooral bekend als schrijver, natuurkundige en voormalig politicus voor D66. Aan de ene kant een fijn geslepen kinderen/jongerenboeken schrijver en aan de andere kant een diplomaat in hart en nieren. Bekend van de boeken Oorlogswinter, De koning van kantoren en Briefgeheim. Om maar een aantal titels te noemen. Een man met een hele staat van dienst, maar die ik heb mogen leren kennen als een rustige, nuchtere plattelandsjongen. Iemand met veel levenservaringen. Ervaringen om door te geven. Geboren in de voormalige pastorie van Kamperveen op 15 november 1931. Wie had dat ooit van de domineeszoon van Kamperveen in die tijd durven dromen?

Aangekomen in Twello loop ik naar het huis van Jan Terlouw. Gemakkelijk is het niet te vinden. Ik loop een landweggetje op en uiteindelijk stuit ik op het huis. Een wondermooie optrek. Met een groot stuk land, waar Jan nog elke dag van de natuur, koeien en schapen geniet. Lopende naar de voordeur doet Annet, de partner, van Jan voor mij de deur open. We lopen door de gang naar de achterkamer in het voormalige koetshuis van het landhuis wat hier heeft gestaan. Aangekomen in de achterkamer stel ik mij voor en we gaan in gesprek over Kamperveen. “Van Kamperveen weet ik eigenlijk niet zoveel. Ik heb er maar twee maanden gewoond. Wat ik wel weet is dat mijn ouders er wel over spraken. Toen mijn vader later dominee werd in Wezep kwamen we weer meer in de streek.” 

Jan Cornelis Terlouw sr. wordt in 1904 geboren in Utrecht. Zijn moeder, Grietje Stien in 1909 in Wageningen. De vader van Jan studeert in Utrecht aan de Theologische universiteit. In Utrecht treden zijn ouders in het huwelijk. Uiteindelijk wordt Jan zijn vader benoemd op 08-09-1929 als kandidaat uit Utrecht. “Kamperveen was voor mijn vader zijn eerste gemeente. Het was een mooie tijd, want in Kamperveen werd ook mijn zus Etty geboren in 1930.” Uiteindelijk neemt het gezin Terlouw op 17-01-1932 afscheid van Kamperveen en verhuist naar het Friese Suawoude-Tietjerk. Daar zullen zij twee jaar blijven en wordt vader Terlouw dominee in Alkmaar. Later komt vader Terlouw in aanraking met de Veluwe en zal in meerdere Veluwse plaatsen dominee zijn, zoals Otterloo, Wezep en Garderen. Laatstgenoemde waar voor Jan zijn herinneringen beginnen. 

“De natuur en het platteland zijn wel zaken die ik van mijn ouders heb meegekregen. Mijn vader was gek op de natuur rondom de Veluwe. Na mijn pensionering ben ik hier komen wonen en daar geniet ik nog elke dag van. Op mijn 91ste leeftijd moest ik nog helpen bij de bevalling van een schaap. Ik ben nog graag in de weer, maar ik merk wel dat ik wat ouder word.” Jan omschrijft het als eerst kloofde ik stammen, nu doe ik de aanmaakhoutjes kloven. 

Na nog een slokje genomen te hebben van mijn appelsap gaan we verder in gesprek over Kamperveen. “Wat ik mij nog goed kan herinneren is dat mijn ouders het wel naar hun zin hadden in Kamperveen. Ze hadden goed contact met het gezin van het schoolhoofd die naast de school woonde. Verder was erin Kamperveen niet zoveel het was een wereld van verschil ten opzichte van Utrecht. Twee stadse mensen op het platteland van Kamperveen. Soms liepen ze weleens vanaf Kamperveen in de windrichting van Utrecht. Na een half uurtje lopen liepen ze maar weer terug, want dat was veelte ver. Er waren daarnaast ook nog bijna geen auto’s in die tijd. Familie uit Utrecht kwam dan ook vaak een week bij ons logeren. Ook al kan ik mij niets herinneren van de tijd in Kamperveen. Het geeft me wel een bepaald gevoel van hier ben ik geboren.”

Afsluiten praten we verder over onze gemeenschappelijke deler het schrijfvlak. “De Tweede Wereldoorlog en voornamelijk de hongerwinter hebben zo’n in druk op mij gemaakt. Langs de Zuiderzeestraatweg en de IJssel liepen allemaal etenhalers uit het westen. Toen in 2008 Martin Koolhoven de film Oorlogswinter maakte mocht ik komen kijken bij de Oude IJsselbrug in Zwolle. Ik ging zo weer 70 jaar terug in de tijd. In die tijd was er geen nog geen tv en op de radio mocht je alleen luisteren naar propaganda. Ik las in die tijd veel. Dat heeft mij altijd zoveel gegeven. Veel kennis over cultuur en geschiedenis. De beelden gaan spreken. Het geven indrukken die je altijd mee zal blijven nemen. Jij bent onderwijzer en ik geef je ook graag deze boodschap mee: Leer kinderen lezen en laat ze ook lezen. Dat is zo belangrijk. Je verrijkt hun wereld hierdoor.”

Met het wonderlijke en fijne gesprek in mijn achterhoofd vervolg ik mijn reis naar Neede in de achterhoek, voor een verjaardag. Het gesprek en de adviezen neem ik mee in mijn levensrugtas.   

Nick de Vries