Jac Ruiten (links) en Robbie van der Weerd tijdens 'Op zien Kampers'.
Jac Ruiten (links) en Robbie van der Weerd tijdens 'Op zien Kampers'. Foto: Tennekes

Wa’k nog wol zegg’n: voor niks

· leestijd 2 minuten Algemeen

In de rubriek Wa’k nog wol zegg’n laat Jac Ruiten wekelijks markante Kampenaren aan het woord die op het gebied van werk, hobby of leven een onuitwisbare indruk maken of gemaakt hebben op de Kamper samenleving.  

(door Jac Ruiten)

Mijn afspraak werd verzet en de volgende op mijn lijstje van markante Kamper persoonlijkheden was met vakantie dus dacht ik:” Laat ik persoonlijke bevindingen van de laatste tijd maar eens op papier zetten.” En daarom wil ik dit keer eens niet één markante persoonlijkheid in de spotlights zetten maar een hele groep. 

Toen ik als zanger bij v.v. K.H.C optrad, werd ik geobsedeerd door het vele werk dat vrijwilligers bij zo’n vereniging verzetten. Dit is overigens bij alle clubs het geval. Het schoonmaken van kleedkamers, opruimen van kantines, barwerk, het schoonvegen van tribunes, het wegkrabben van onkruid tussen de tegels rondom het veld, de zorg voor de jeugd en ga zo maar door. 

Bewondering en respect

Dus dit keer eens geen individu maar woorden van bewondering en respect naar een groep mensen. Zonder de inzet van deze groep kun je geen vereniging runnen. 

Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend als bezoeker. Er is personeel achter de bar , er is koffie en thee in de rust , de toiletten zijn schoon en de shirtjes zijn gewassen. 

Achter al deze activiteiten staat een team van vrijwilligers die alles voor hun club over hebben en er voor zorgen dat veel mensen vertier hebben bij hun club. Chapeau voor al deze mensen en geniet van de zomerstop.

Dialect

Wat kunnen we weer terug kijken op een geweldige uitvoering van Op Zien Kampers. Als schrijver en speler geniet ik toch elke keer weer van de uitvoering en de response. En wat is het toch ontzettend jammer dat het Kamper dialect langzaam maar zeker verdwijnt uit onze samenleving. 

Wat biedt het dialect ons? Dat wil ik nog wel eens uitleggen vooral aan jeugdige lezers. Het dialect verbindt ons . Ook tijdens de revue merkte je weer dat er een aangename vorm van saamhorigheid ontstaat. Je kent en herkent elkaar, de humor is anders en eigen, het is een cultuur die je het gevoel geeft er bij te horen. 

Bovendien, en dat heb ik in mijn opvoeding ervaren, is Nederlands (A.B.N.) en het Kampers heel goed naast elkaar aan te leren. Kijk naar de rest van Nederland. Overal zijn ze trots op hun dialect. Ik heb dat nog in een liedje meegenomen:

‘t Kampers verdwient meer en meer
Det dut mien toch zo machtig zeer
‘t Is toch een groot misverstand
Dat det niet ‘eurd in Nederland
De Limburger, Fries en de Drenth
De Brabander de Zeeuwse krent
Ze spreken hun eigen taal
En vinden det toch doodnormaal
Want die cultuurI is sappig en puur

Ja koester oe eigen taal en wees trots en tevree
Ja koester oe eigen taal lul gien Nederlands mee

Ja koester oe eigen taal en wees trots en tevree
Die spraak en die toon det klinkt toch gewoon
As ‘t mooiste dictee

Tegenwoordig hoor ik soms jonge mensen praten met een accent alsof ze uit het buitenland komen. Of ze dat nou in navolging van hun idolen doen in de sport- en muziekwereld? Ik weet het niet, maar ik vind het een wonderlijk fenomeen. Zou je het nog terug kunnen draaien?

Ik ben bang van niet. Maar het blijft in mijn ogen een verlies van oorsprong en cultuur als straks niemand meer Kampers spreekt. De veelgehoorde opmerking dat het Kamper dialect boers en onderontwikkeld aandoet hoop ik hiermee getackeld te hebben. Herman Finkers, Willem Wilmink, helligen Hendrik, en vele Limburgse buuttereedners scharen zich achter mij.

Tot slot

Ik wol nog wat zeggen en det he’k bij deze e’doan. De volgende keer staat weer een markante Kamper persoonlijkheid centraal. Mensen die van Kampen een bijzondere stad maken en maakten. Wie weet nodig ik u wel uit voor een volgend interview??!! 

Was getekend te Kampen…